Als eerste in de familie starten aan een universitaire opleiding betekent vaak het betreden van onbekend terrein. Veel eerste generatiestudenten ervaren bij hun studie bepaalde, vaak onuitgesproken sociale en culturele drempels en uitdagingen, waar medestudenten die van huis uit meer hebben meegekregen over de universitaire wereld meestal minder mee worstelen. Daarmee is dit onderwerp ook een kwestie van diversiteit, inclusie en kansengelijkheid. Zeker aangezien de kans demografisch groot is dat deze studenten vrouw zijn en/of van kleur. Het KNHG heeft deze aspecten hoog in het vaandel staan en wil daarom met dit dossier licht werpen op een onderbelichte groep mensen met unieke ervaringen. Lees hier de volledige inleiding op dit dossier.
‘Mijn advies voor universiteiten: markeer de eerstejaars, afkomstig uit een niet-academisch milieu, als zodanig en benader hen als zodanig. Biedt hen ondersteuning en begeleiding aan.’ Lees verder
‘Ik had me in het begin enorm veel voorgesteld van de universiteit. Ik kwam niet uit een milieu waar men veel met academici omging. ‘Die hoogleraren en docenten zouden vast enorm knap zijn’, dacht ik. Dat ontzag verdween echter snel. Ze wisten wel heel veel, maar alleen over dingen die in hun straatje vielen. ‘ Lees verder
‘Je krijgt niet iets voor niets. Je moet er wat voor doen en ik ben er ook van overtuigd dat als jij gewoon hard werkt en goed je best doet, je dan ook een redelijk carrière kan krijgen. Je moet een beetje geluk hebben, maar geluk kan je ook een klein beetje afdwingen.’ Lees verder
‘In mijn eerste tentamenweek haalde ik alleen maar onvoldoendes. Ik wist niet hoe ik moest studeren. Geschiedenis was een van mijn beste vakken op de middelbare school. Ik had gedacht dat het vanzelf wel goed zou komen, maar dat was niet zo.’ Lees verder
‘Omdat ik een echte millennial ben had de universiteit voor mij als eerstejaars iets Harry Potter-achtigs.’ Lees verder
‘Ik kom ook van nul en de universiteit bleek voor mij de juiste plek. Waarom zou dat niet voor andere eerste generatiestudenten zo zijn? Wees niet bang, probeer het uit.’ Lees verder
‘Mijn studie heeft mij de ogen doen openen en ik heb heel veel over mezelf geleerd. Voor eerste generatiestudenten, waaronder ik, is het belangrijk dat universiteiten begrijpen dat we niet alleen maar bezig zijn met onze studie’. Lees verder.
‘Doordat ik eerste generatiestudent ben, denk ik dat ik veel begrip heb voor verschillende meningen’. Lees verder.
‘Twee van mijn vier promovendi zijn eerste generatiestudenten. Ik zie ze daarmee worstelen, maar we maken dit ook bespreekbaar. Ze weten dat ze mij alles kunnen vragen.’ Lees verder.
‘Ik vond het fijn om erachter te komen dat ik niet de enige ben die het zo heeft ervaren. Er zijn meer eerste generatiestudenten dan je denkt. Er zijn meer mensen die het ook niet snappen.’ Lees verder.
‘Studenten wil ik meegeven dat ze hun handicap vooral niet moeten zien als een beperking, maar juist als een verrijking. Durf je ook uit te spreken richting de universiteit.’ Lees verder.
‘Het advies dat ik zou willen meegeven aan (toekomstige) eerste generatiestudenten is: houd de kracht die je al hebt laten zien, vast. Je bent al sterk geweest, en kunt het nu ook weer. Zoek contact met mensen waar je je vragen kwijt kunt.’ Lees verder.
‘Verder zou ik docenten willen adviseren om jezelf binnen de universiteit te onderscheiden met vriendelijkheid. Aan intelligentie ontbreekt het vaak niet, maar begrip en empathie voor andere achtergronden zou de academie een nog mooiere omgeving maken.’ Lees verder.
‘Ik voelde simpelweg geen aansluiting bij de anderen, ik sprak ‘hun’taal’ niet.’ Lees verder.
‘Er werd dan gezegd: “Dit is dé universiteit. Je hebt geen les maar college”, terwijl ik mijzelf afvroeg wat nou het verschil precies was’. Lees verder.
‘Ervaar het feit dat je eerste generatiestudent bent vooral ook als een kracht, want je bent toch al zo ver gekomen.’ Lees verder.
‘Het weggaan van reproduceren van kennis is iets wat ik echt heb moeten leren als eerste generatiestudent’. Lees verder.
‘Ik zit op zich redelijk positief in de wedstrijd. Je wordt als eerste generatiestudent vrij direct op jezelf teruggeworpen, dat is goed voor de ontwikkeling van je zelfvertrouwen.’ Lees verder.
‘Ik vond het heel spannend. Het is voor iedereen een soort test op meerdere niveaus. Intellectueel gezien is het de vraag of je het aan kan. Belangrijker nog is of je het leuk gaat vinden. En ga je je plek vinden?’ Lees verder.
‘De hand in eigen boezem stekende, moet ik eerlijkheidshalve bekennen dat ik zeker in het begin van mijn universitaire loopbaan veel te bescheiden, te aardig en te behulpzaam ben geweest, hetgeen duidelijk te maken heeft met mijn roots’. Lees verder.
‘Tijdens bepaalde vakken werd wel duidelijk dat ik niet diezelfde achtergrond had als de meeste andere studenten.’ Lees verder.
‘Mijn vader is in zijn leven amper naar school geweest. Binnen een generatie ben ik gepromoveerd. En al die tijd werd ik geteisterd door onzekerheden of was ik bang door de mand te vallen’. Lees verder.
‘Van de studenten waarmee ik op het vmbo heb gezeten weet ik dat ik de enige ben die uiteindelijk naar de universiteit is gegaan, maar ik weet zeker dat ik niet de enige ben die dat had aangekund.’ Lees verder.
‘Ik merk op zulke momenten dat studenten die aangeven uit hogere sociale klassen te komen vaker het gevoel hebben dat er minder verschil bestaat, terwijl studenten die ouders hebben die allebei met hun handen werken wel die verschillen ervaren.’ Lees verder.
‘Toen ik mij aanmeldde voor de bachelor Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam werd mij gevraagd naar het opleidingsniveau van mijn ouders. Ik vulde in dat zij allebei een mbo-diploma hadden behaald. Direct verscheen er een waarschuwing in beeld: hierdoor zou ik mogelijk meer moeite krijgen met mijn studie’. Lees verder.