Als eerste in de familie starten aan een universitaire opleiding betekent vaak het betreden van onbekend terrein. Veel eerste generatiestudenten ervaren bij hun studie bepaalde, vaak onuitgesproken sociale en culturele drempels en uitdagingen, waar medestudenten die van huis uit meer hebben meegekregen over de universitaire wereld meestal minder mee worstelen. Daarmee is dit onderwerp ook een kwestie van diversiteit, inclusie en kansengelijkheid. Zeker aangezien de kans demografisch groot is dat deze studenten vrouw zijn en/of van kleur. Het KNHG heeft deze aspecten hoog in het vaandel staan en wil daarom met dit dossier licht werpen op een onderbelichte groep mensen met unieke ervaringen. Lees hier de volledige inleiding op dit dossier.
Laurens J. van Schie
‘Ik zit op zich redelijk positief in de wedstrijd. Je wordt als eerste generatiestudent vrij direct op jezelf teruggeworpen, dat is goed voor de ontwikkeling van je zelfvertrouwen.’ Lees verder.
Tessa Lobbes
‘Ik vond het heel spannend. Het is voor iedereen een soort test op meerdere niveaus. Intellectueel gezien is het de vraag of je het aan kan. Belangrijker nog is of je het leuk gaat vinden. En ga je je plek vinden?’ Lees verder.
Juliette Roding
‘De hand in eigen boezem stekende, moet ik eerlijkheidshalve bekennen dat ik zeker in het begin van mijn universitaire loopbaan veel te bescheiden, te aardig en te behulpzaam ben geweest, hetgeen duidelijk te maken heeft met mijn roots’. Lees verder.
Jan Gerrits
‘Tijdens bepaalde vakken werd wel duidelijk dat ik niet diezelfde achtergrond had als de meeste andere studenten.’ Lees verder.
Nadia Bouras
‘Mijn vader is in zijn leven amper naar school geweest. Binnen een generatie ben ik gepromoveerd. En al die tijd werd ik geteisterd door onzekerheden of was ik bang door de mand te vallen’. Lees verder.
Pieter Zhao
‘Van de studenten waarmee ik op het vmbo heb gezeten weet ik dat ik de enige ben die uiteindelijk naar de universiteit is gegaan, maar ik weet zeker dat ik niet de enige ben die dat had aangekund.’ Lees verder.
Carolien Boender
‘Ik merk op zulke momenten dat studenten die aangeven uit hogere sociale klassen te komen vaker het gevoel hebben dat er minder verschil bestaat, terwijl studenten die ouders hebben die allebei met hun handen werken wel die verschillen ervaren.’ Lees verder.
Inge Kleefman
‘Toen ik mij aanmeldde voor de bachelor Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam werd mij gevraagd naar het opleidingsniveau van mijn ouders. Ik vulde in dat zij allebei een mbo-diploma hadden behaald. Direct verscheen er een waarschuwing in beeld: hierdoor zou ik mogelijk meer moeite krijgen met mijn studie’. Lees verder.