In ons nieuwe doorgeefblog ‘In tijden van intelligente lockdown’ reflecteren KNHG-leden op de gevolgen van de coronacrisis voor hun dagelijkse werkpraktijk en/of belichten zij de huidige situatie vanuit hun specifieke historische expertise. Vorige week schreef Naomi Woltring een bijdrage. In aflevering 4 is het woord aan Eelko Hooijmaaijers, Geschiedenisdocent aan het Stedelijk Gymnasium Leeuwarden.
Onderwijs in lockdown. In de eerste week verschijnt onze Minister van Onderwijs op televisie om aan te kondigen dat de scholen worden gesloten. Samen met de rest van Nederland horen wij dat er vanaf nu ‘onderwijs op afstand’ zal worden verzorgd. De schoolexamens echter gaan gewoon door volgens de richtlijnen van het RIVM. Het is toetsweek, dus de volgende dag worden de zesdeklassers buiten de school opgesteld in een rij met 1,5 meter afstand. Daarna één voor één naar de ontsmette lokalen om – 6 leerlingen per lokaal – de laatste schoolexamens te maken. Op papier werkt het, maar zodra je je omdraait liggen ze in elkaars armen en zitten ze bij elkaar op schoot. Probeer een 17-jarige met de hele wereld aan zijn voeten maar eens uit te leggen wat een pandemie is, en kom dan na een kwartiertje terug. Kijken of het is blijven hangen. De anderhalvemetersamenleving is geen puberbestendig concept.
Na twee dagen sluit onze school dan ook volledig haar deuren. Het onderwijs wordt via de computer aangeboden. Binnen een week transformeer ik van een dinosaurus die een iPad nog niet eens met een tang aanraakt in een digitaal onderwijswonder. Ik krijg Teams en It’s Learning aan de praat, leg mijn verbaasde leerlingen via de computer uit hoe Hitler aan de macht is gekomen en vergader vanuit mijn huiskamer met de collega’s. Een behulpzame leerling laat mij zien hoe ik het geluid dat uit de computer komt kan dempen zonder mijn eigen microfoon uit te schakelen. Het door onze Coronabestuurders zo vurig gewenste eenrichtingsverkeer in de openbare ruimte draait in mijn computerlessen al na twee dagen op volle toeren. Wie zegt dat orde houden moeilijk is?
Toch zijn er ook nadelen. Onderwijs is een contactsport. Geschiedenis op de middelbare school is niet alleen een academisch vak, maar ook een vak van spannende verhalen. Van sfeer bouwen. Samen met kinderen praten over de grote thema’s uit het verleden. Hoe verliep de vlucht van een slaaf via de ‘Underground Railroad’ en wat gebeurde er als je werd gepakt? In welke stappen werd vanaf 1933 in Duitsland een totalitaire samenleving opgebouwd? Waren er mensen die daar nog iets tegen probeerden te doen? Zou je zelf naar een hagenpreek zijn gegaan of niet? Hoe geloofwaardig zijn de laatste woorden van Willem van Oranje? Of zijn ze misschien door iemand anders verzonnen?
Ook het wekelijkse klassengesprek over de actualiteit komt in het ‘onderwijs op afstand’ minder goed van de grond. Leerlingen zijn vaak verfrissend eerlijk in wat ze vinden en durven nog vragen te stellen als ze iets niet begrijpen. Dat mis ik wel. Net als het klassikaal bekijken van stukjes Zondag met Lubach of het samen lachen om de ruzies bij DENK en 50Plus.
Dat is jammer, want ook nu is er genoeg stof voor goede gesprekken. Over de vanzelfsprekendheid waarmee we een app ontwikkelen die ons overal kan volgen en weet met wie we contact hebben. Over Booking.com, dat laat weten dat het ook eigenlijk geld van ons moet hebben. Over de noodverordeningen waarmee onze burgemeesters al twee maanden lang ongehinderd door de gemeenteraad het samenscholingsverbod handhaven en uitbreiden. Over het groeiend aantal beroepsgroepen dat ook applaus wil en voor wie we moeten zwaaien en zingen. Drie maanden geleden hadden we al deze zaken nog niet voor mogelijk gehouden. Ik ben telkens weer benieuwd wat mijn leerlingen ervan vinden.
Mijn laatste les voor de meivakantie gaat over het Habsburgse bestuur in de Nederlanden. Ik heb een PowerPoint gemaakt waarin duidelijk wordt gemaakt hoe het ingewikkelde samenspel van collaterale raden, landheerlijk gezag, en de verschillende statenvergaderingen vooruitloopt op ons huidige politieke systeem. Ik verluchtig mijn les met verhelderende anekdotes over de crisisbestuurders van die tijd: Granvelle, Margaretha van Parma, Willem van Oranje, Alva. Daar steken Mark Rutte en Jaap van Dissel maar flets bij af.
Aan het eind van de les laat ik iedereen de camera aanzetten om elkaar een prettige en vooral gezonde vakantie te wensen. Eén voor één verschijnen mijn leerlingen vrolijk lachend en zwaaiend in beeld. Met de poes op schoot. In de hangmat. In voetbalkleren. Op de buik in het gras.
Ik vraag me af of ze veel van mijn les hebben meegekregen, maar wens ze van harte een zorgeloze vakantie. Leerlingen op afstand.
Ik geef het stokje met plezier door aan de directeur/conservator van mijn favoriete museum, Adrie Warmenhoven van het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium in Franeker.
Één opmerking for ‘In tijden van intelligente lockdown’ – #5. Eelko Hooijmaaijers
Mijn mentor van het leven