Op woensdag 23 februari werd KNHG-voorzitter Henk te Velde uitgenodigd voor een rondetafelgesprek met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel voor een nieuwe Archiefwet. Hieronder volgt een kort verslag van zijn bevindingen.
‘De nieuwe Archiefwet wordt deels gepresenteerd als een verzakelijking van de oude, zodat efficiënt archiefbeheer mogelijk wordt. Hoe begrijpelijk dat op zichzelf ook is, het leidt wel tot een opvatting van archiefbeheer die sterk vanuit het bestuur gedacht is en waarin burgers die een beroep doen op openbaarheid van bestuur al snel als lastpakken verschijnen. Het rondetafelgesprek in het tijdelijke Kamergebouw was georganiseerd in drie rondes, met archiefdeskundigen, met archiefvormers, en met archiefgebruikers. Het KNHG was voor de laatste ronde uitgenodigd, samen met WOB-deskundige Roger Vleugels, hoogleraar staatsrecht Wim Voermans en journalist Pauline Broekema. In het gezelschap legde ieder een eigen accent, maar was er grote eensgezindheid over de risico’s van de nieuwe wet. Namens het KNHG had directeur Antia Wiersma al eerder een commentaar ingestuurd, en dat vormde de basis voor het commentaar in de discussie op 23 februari.
Gevraagd naar het cultuurhistorische én naar het democratische belang van archivering, verwees ik naar voorbeelden. Neem de Sailing Letters: als de Britse overheid de deels irrelevante bijvangst bij de kaapvaart van de Nederlandse brieven in de zeventiende en achttiende eeuw niet had bewaard, hadden we nu niet beschikt over de cultuurhistorische schat die daarin vastligt. Archieven moeten dus veel bewaren, ook schijnbaar onbelangrijke zaken, zodat latere generaties daar hun kijk op het verleden kunnen scherpen. In het licht van de democratie is een ander voorbeeld nog belangrijker, het recente onderzoek naar ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950’. Zou de overheid niet de plicht hebben om te archiveren, dan zou nog veel meer materiaal daarover zijn verdwenen, zo niet actief zijn zoekgemaakt. Ook nu blijkt het al heel moeilijk te zijn de oorlogsomstandigheden en informatiestromen te reconstrueren, maar voor zover dat lukt, is dat door archivering. Hoe meer uitvluchten een overheid heeft om aan archivering of openbaarmaking te ontkomen, hoe groter het risico is dat – ook vaak onbedoeld – belangrijke informatie verdwijnt of onzichtbaar wordt.
Het belang van historici én van burgers is dat bij de Archiefwet het feest van de democratie het uitgangspunt is: burgers die informatie opvragen zijn betrokken burgers en die zijn voor een democratie essentieel. In de praktijk wordt maar zelden misbruik gemaakt van de mogelijkheden die de huidige wet biedt, al lijkt dat, bezien vanuit een soms zwaar belaste ambtenarij, al snel zo. Bij het gesprek stelden de aanwezige Kamerleden vragen en luisterden ze. Of het commentaar van de ronde tafel doordringt in de wet, moet worden afgewacht, maar ook het KNHG blijft in ieder geval het gesprek daarover voeren.’
Één opmerking for KNHG-voorzitter Henk te Velde schuift aan bij rondetafelgesprek over nieuwe Archiefwet
Zeer belangrijk om een goed nieuwe archiefwet tot stand te brengen inderdaad, en om het belang van archieven te benadrukken, zonder dat hierbij teveel selectie op voorhand wordt gemaakt.