Open in order to … Interview met Anne-Marie Mreijen (managing editor BMGN-LCHR)

Open in order to … Interview met Anne-Marie Mreijen (managing editor BMGN-LCHR)

Van 23 tot 29 oktober is het weer Open Access Week. Ter ere van de tiende editie publiceert Historici.nl deze week drie interviews met wetenschappelijke tijdschriften.

Als eerste: Anne-Marie Mreijen, managing editor Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden / Low Countries Historical Review (BMGN/LCHR) en onderzoeker. Ze rondde in september haar biografie over de politicus Marinus van der Goes van Naters (1900-2005) af.

“De meeste onderzoekers weten nu wel wat Open Access (OA) is”, antwoordt Anne-Marie Mreijen op de vraag of OA zo ingeburgerd is in de wetenschap dat een inleiding over het begrip eigenlijk overbodig is. “Zorgen dat artikelen, boeken of -zoals in ons geval- tijdschriften zoveel mogelijk vrij toegankelijk worden.” Wel denkt ze dat het daar bij velen bij ophoudt: “het verschil tussen de groene, goude en diamanten routes, daar is minder kennis over.”

Mreijen schreef in 2015 een stuk op Historici.nl over OA: toen verbaasde zij zich erover dat het debat nog steeds draaide om het nut ervan en over de geringe hoeveelheid onderzoekers die bij dat debat aanwezig waren. “De houding ten aanzien van OA is eigenlijk nog niet veranderd. Er wordt veel over gediscussieerd onder informatie- en publishingprofessionals. Onderzoekers verdiepen zich minder in de materie. Hun tijd is beperkt, en tot een publicatie komen is al moeilijk genoeg.” Dat veel onderzoekers tegenwoordig beter bekend zijn met OA komt volgens Mreijen doordat publiceren in OA inmiddels landelijk en Europees beleid is: met publiek geld gefinancierd onderzoek moet voor het publiek toegankelijk zijn.

Deze tiende Open Access Week draait om de voordelen van OA. Met het thema ‘Open in order to….’ moeten mensen gestimuleerd worden om na te denken over de voordelen van openheid. En die zijn er zeker: “vaak genoemd wordt dat onderzoekers in armere landen waar universiteitsbibliotheken minder geld hebben voor abonnementen op vaktijdschriften op deze manier aan de laatste publicaties kunnen komen. Kennis wordt eerlijker gedeeld. Je kunt ook denken aan het snel delen van de laatste medische kennis, of het toegankelijk maken van de onderliggende technische data bij een wetenschappelijk artikel, waar bijvoorbeeld start-ups van kunnen profiteren. . Dat zit met een artikel over de middeleeuwen toch net even anders.” Ondanks het verschil tussen natuurwetenschappen en geesteswetenschappen is OA voor onderzoekers zéér nuttig: “je ondersteunt het ideaal van kennis delen, maar je vergroot ook jouw eigen zichtbaarheid. Zeker jonge onderzoekers zijn zich hier van bewust.” Bovendien kunnen onderzoekers die niet aan een instelling verbonden zijn dankzij OA publicaties raadplegen die voorheen alleen maar via een duur abonnement toegankelijk waren.

Bij  BMGN verschijnen artikelen direct na het uitkomen van het gedrukte tijdschrift ook online. ‘Direct’ is een woord dat Mreijen benadrukt: “dat is namelijk niet vanzelfsprekend.” KNHG geeft BMGN-LCHR sinds 2012 in OA uit. “Het is een misverstand dat OA gratis is: het tijdschrift moet gemaakt en gepubliceerd worden, daar zit menskracht achter. Onze leden maken het publiceren in Open Access mede mogelijk.”

Desalniettemin is publiceren op een OA-platform nog geen vanzelfsprekendheid voor veel onderzoekers: “het blijft moeilijk kiezen. In een tijdschrift publiceren dat bij een gerenommeerde uitgever verschijnt, kan zwaarder wegen dan publiceren in een OA-tijdschrift. Het gaat er voor veel onderzoekers vaak meer om in welk tijdschrift zij publiceren (internationaal en met een hoge impactfactor) dan of het in open access wordt uitgegeven. Dat is waar ze op afgerekend worden.” Door het veranderend beleid zal dit misschien in de toekomst anders worden, als meer gerenommeerde tijdschriften in open access zullen verschijnen. Zo is in 2015 de voltallige redactie van een taalkundig tijdschrift opgestapt bij de grote wetenschappelijke uitgever Elsevier om een nieuw tijdschrift te beginnen bij een uitgever die volgens een ‘fair open access’ model werkt. “De ontwikkelingen staan niet stil. Er wordt veel nagedacht en gediscussieerd over andere verdienmodellen en verschillende vormen van open access. “We zitten nog steeds in een transitieperiode waarin op den duur hopelijk steeds meer publicaties sneller en vrij toegankelijk raadpleegbaar zijn.”

Tessa Hofland

Lees ook het interview met Jacco Pekelder, Deel 2 in deze reeks.

Opmerkingen

© KNHG 2024 Website: Code Clear