Sinds de Republiek staat Nederland bekend als een relatief tolerante samenleving. Zo verkregen Joden in de Nederlanden ‘al’ in 1796 formeel gelijke burgerrechten. In vergelijking met veel andere Europese landen genoten Joden hier meer vrijheden en werden zij minder vaak geconfronteerd met openlijke vormen van uitsluiting, negatieve beeldvorming, of geweld. Tegen deze achtergrond lijkt de reactie van niet-Joodse Nederlanders op de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog een historische breuk, vooral te verklaren door gezagsgetrouwe bureaucraten of kleinburgerlijk ressentiment, en niet of nauwelijks door diepgewortelde antisemitische tradities.
Onder historische vakspecialisten is echter al langer bekend dat de geschiedenis van acceptatie, emancipatie en integratie van Joden in Nederland veel meer schaduwkanten kent. Die geschiedenis is geen lineair vooruitgangsverhaal. Zo waren Joden niet alleen in de vroegmoderne tijd uitgesloten van het lidmaatschap van veel gilden, maar tot in de tweede helft van de negentiende eeuw ook van verlichte genootschappen als Felix Meritis of de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Binnen diverse maatschappelijke groeperingen en politieke stromingen – van katholieken en gereformeerden), tot socialisten en liberalen – maakten diverse opiniemakers in de negentiende en vroege twintigste eeuw gretig gebruik van antisemitische retoriek om de eigen positie te versterken. Ook in de populaire cultuur, van schoolboekjes tot kinderverhalen, waren antisemitische stereotypen hardnekkig aanwezig.
Het KNHG wil op het najaarscongres van 2025 de aandacht vestigen op de eeuwenoude, complexe geschiedenis van antisemitisme in Nederland en de vele bekende en onbekende verschijningsvormen die antisemitisme van oudsher in de Nederlandse samenleving had en heeft. Wat waren in verschillende periodes, plaatsen en contexten de institutionele kaders voor de in- en uitsluiting van Joden? Welke groepen namen het voortouw in de cultivering van antisemitische stereotypes in taal en beeldvorming? Hoe gaven zij antisemitisme zichtbaar en minder zichtbaar gestalte in sociale praktijken en in alledaagse routines? Maar ook: welke handelingsrepertoires ontwikkelden Joodse Nederlanders om zich tot antisemitische beeldvorming en praktijken te verhouden?
Met dit congres wil het KNHG bijdragen aan een breder, kritischer en historisch geïnformeerd debat over antisemitisme in Nederland. We beogen inzicht te bieden in zowel de historische gelaagdheid als de hedendaagse doorwerking van antisemitisme, en willen ruimte creëren voor reflectie op de manieren waarop deze geschiedenis (al dan niet) herkend en herinnerd wordt.
Het is de bedoeling dat dit congres daarbij nadrukkelijk reflecteert op prangende actuele vragen zoals: Waarom heeft de specifieke herinneringscultuur die rond de Holocaust in Nederland is ontstaan de lange geschiedenis van antisemitisme vrijwel volledig onzichtbaar gemaakt? Waarom is er – in contrast tot het denken over de geschiedenis van de slavernij – nog altijd zo weinig aandacht voor de doorwerking van deze collectieve geschiedenis van uitsluiting in onze eigen tijd? En ook: in hoeverre draagt deze collectieve amnesie ertoe bij dat hedendaags antisemitisme in Nederland vaak louter wordt voorgesteld als een probleem van de Ander, zoals moslims en pro-Palestina demonstranten?