Dossier Eerste Generatiestudenten – Tessa Lobbes

Tessa Lobbes

Tessa Lobbes

Tessa Lobbes, cultuurhistoricus en managing editor van BMGN – Low Countries Historical Review, begon als 17-jarige eerste generatiestudent aan de opleiding geschiedenis in Kortrijk, Vlaanderen. In dit interview vertelt ze over de intellectuele uitdaging en financiële druk die studeren met zich mee kan brengen.

Kan je je nog herinneren hoe die eerste maanden waren toen je ging studeren?

Ik vond het heel spannend. Het is voor iedereen een soort test op meerdere niveaus. Intellectueel gezien is het de vraag of je het aan kan. Belangrijker nog is of je het leuk gaat vinden. En ga je je plek vinden? Door al deze dingen vond ik het spannend. Ik wilde heel graag geschiedenis studeren en het was eigenlijk gelijk raak.

Kan je een specifiek voorbeeld noemen van iets waar je je over verwonderde?

Intellectueel gezien had ik het gevoel dat ik veel dingen wel herkende en dat het precies was wat ik wilde. De vakken, het schrijven van papers en de omgang met professoren spraken me erg aan. Desalniettemin heb je bijvoorbeeld bij de omgang met professoren dat er bepaalde codes zijn die je niet altijd begrijpt.

Tegelijkertijd had ik wel het gevoel dat ik op allerlei manieren hierop voorbereid was, omdat ik voordat ik ging studeren naar een hele goede middelbare school ben geweest. Daarnaast heeft mijn moeder, ondanks dat ze zelf niet gestudeerd heeft, me ook heel erg gestimuleerd. En dat soort voorbereiding is denk ik wel belangrijk om je te kunnen navigeren binnen de academische wereld. Ik las al de krant en wist hoe een bibliotheek in zijn werk ging. Ik merkte dat andere eerste generatiestudenten hier meer moeite mee hadden.

Merkte je veel verschil tussen jezelf als eerste generatiestudent en studenten waarvan de ouder wel gestudeerd hadden?

Waar ik de verschillen het sterkste merkte, was toen het ging over ‘op Erasmus’ gaan of niet. Mijn beste vriendin destijds, ook eerste generatiestudent, en ik waren gelijk tot de conclusie gekomen dat dat niks voor ons was. De focus lag voor mij heel erg op de studie afmaken en slagen, terwijl die excursie naar het buitenland als een soort afleiding aanvoelde in plaats van een ontwikkeling die heel nuttig voor je kan zijn als persoon. Zo keek ik er op dat moment naar en vanuit huis kreeg ik de stimulans ook niet. Niet-eerste generatiestudenten leken hier destijds meer voor open te staan. Ik denk dat dit komt door verschillende factoren: de intellectuele bagage en ruimte in je hoofd om echt te verkennen wat je wil en dat in het buitenland te gaan doen in combinatie met de financiële middelen om dat te verwezenlijken.

Had het financiële aspect invloed op jou tijdens je studie?

Mijn moeder bekostigde grotendeels mijn studie, dus dat speelde wel telkens in mijn achterhoofd. Vandaar dat Erasmus ook geen optie was en eerder aanvoelde als een deviatie. Mijn focus lag heel sterk op slagen. Ik denk dat in het algemeen mensen die financieel minder te besteden hebben en studerende zijn, sneller die druk voelen om te slagen. Sociale mobiliteit speelt hierin een hele grote rol.

Uit onderzoek is gebleken dat veel eerste generatiestudenten het gevoel hebben te vertrekken uit de ene wereld en niet aan lijken te komen in de ander. Hoe was dit voor jou?

In bepaalde facetten echt niet. Bijvoorbeeld de mate van intellectuele uitdaging was echt wel iets waar ik naar op zoek was. In die zin voelde het als thuiskomen. Ik ben de enige in mijn familie die is gepromoveerd, dus het is echt een familie van niet-hoger opgeleiden. Dan is aankomen in zo’n nieuwe wereld juist ook wel weer fijn. Je kan het een beetje vergelijken met het moment dat je van de basisschool naar de middelbare school gaat. Ik ging studeren omdat ik sterk het gevoel had dat dat was wat ik wilde en dat ik het in zekere zin ook moest doen.

Welk advies zou je hogescholen en universiteiten willen meegeven?

Ten eerste denk ik dat het een structureel probleem is. In België kunnen alle jongeren die de ambitie hebben om te gaan studeren dit verwezenlijken, of ze nu vwo hebben gedaan of niet. Dat maakt al heel veel verschil, ook op het gebied van sociale mobiliteit. Het is tekenend om de verschillen in onderwijssystemen te zien tussen landen en de gevolgen die dit kan hebben. De poorten van universiteiten in Nederland zijn al deels dicht, ook mede door hoge inschrijvingskosten of hoge huren van studentenkamers. Daarnaast denk ik dat studenten wegwijs maken, binnen wat zo’n universiteit is en wat de kansen zijn, ook heel belangrijk is. Zo neem je drempels weg.

Hoe ben je zelf omgegaan met eerste generatiestudenten toen je doceerde?

Tijdens mijn docentschap aan de Universiteit Utrecht was ik me er altijd bewust van dat er hoogstwaarschijnlijk een aantal eerste generatiestudenten in de zaal zat. En ik probeerde hier ook rekening mee te houden. Zo wilde ik bijvoorbeeld dat ze hun papers door iemand in hun omgeving zouden laten nalezen. In plaats van te zeggen dat het door hun ouders kon worden nagekeken, benadrukte ik dat een medestudent of wellicht ikzelf er ook naar zou kunnen kijken. Ik denk dat dat ook iets is wat belangrijk is vanuit de universiteit gezien, dat je er niet bij voorbaat vanuit gaat dat familieleden een rol spelen in de leergang van studenten.

Heb je nog wijze raad voor eerste generatiestudenten?

Als je thuis weinig stimulans krijgt, denk ik dat het belangrijk is om je eigen koers te volgen en je eigen weg te gaan. Zoek de stimulans op in andere omgevingen die wellicht in eerste instantie vreemd aanvoelen. Je staat er niet alleen voor. Klop aan bij bestaande instellingen voor hulp.

 

Opmerkingen

© KNHG 2024 Website: Code Clear