In 2000 startte Nadia Bouras met de opleiding geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze had altijd geweten dat ze geschiedenis wilde studeren. ‘Ik was een soort Alice in Wonderland de eerste twee jaar van mijn studie’, blikt ze terug. Inmiddels is Nadia universitair docent voor de opleidingen Geschiedenis en Urban Studies aan de Universiteit Leiden. Daarbovenop is ze vertegenwoordiger van het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR), evenals bestuurslid van het KNHG.
De eerste maanden studeren waren nagenoeg traumatisch voor Nadia. Ze moest haar draai vinden. ‘Ik was een goeie leerling op het vwo, twee vingers in de neus. Daardoor had ik voordat ik ging studeren wel het gevoel dat het me goed zou afgaan’, vertelt ze. Maar zo liep het niet. Het was in oktober toen ze haar eerste tentamens had en zakte, omdat ze simpelweg niet wist hoe ze moest leren. Het gevolg was dat ze erg onzeker werd over haar kunnen, iets wat uitmondde in fysieke klachten: ‘Het was toen zo erg dat ik al mijn plezier in de studie verloor. Als ik aankwam fietsen en het gebouw van de VU doemde op, kreeg ik gewoon hartkloppingen. Ik associeerde daar zijn met de confrontatie van ‘je kan niks en je weet niks’.’
Het feit dat ze zo worstelde, heeft volgens haar vooral te maken gehad met dat ze eerste generatiestudent was. Nadia had voor zichzelf de lat te hoog gelegd en werd geconfronteerd met de werkelijkheid. ‘Als iemand mij gewoon had gezegd hoe ik dingen kon doen en aanpakken, dan was ik wat makkelijker door die tijd heen gekomen’, reflecteert ze.
Amerika
Stoppen was geen optie voor Nadia, maar ze wilde wel weg bij de VU op dat moment. Haar droom van jongs af aan was in Amerika studeren. Dat moment kwam toen ze begin 2003 vertrok naar New Jersey. Daar hervond ze haar plezier voor de studie. Toen ze terugkwam vond ze haar draai op de universiteit: ‘Ik sloot me aan bij een studentenvereniging, ik maakte vrienden en ik specialiseerde me inhoudelijk binnen de opleiding. Ik ging er niet meer met lood in de schoenen heen’.
Financiële onafhankelijkheid
Al sinds haar 15e had Nadia bijbanen en betaalde ze haar eigen collegegeld en studieboeken. Het was een vanzelfsprekendheid dat ze haar eigen boontjes zou doppen. Dit was overigens niet voor iedereen het geval: ‘Het viel me destijds op dat dat totaal niet gangbaar was. In de rij voor studieboeken hadden medestudenten de pinpas van hun ouders op zak. Ik had die financiële ondersteuning vanuit huis niet, maar ik had daar ook geen behoefte aan’. Op dat financiële vlak merkte ze pas dat ze anders was vergeleken met de andere studenten. Morele steun was er wel vanuit het thuisfront.
Twee werelden
Het gevoel hebben tussen twee werelden te belanden, hangt heel erg samen met de term kennismigrant volgens Nadia. Haar ouders wisten niet wat ze doormaakte: ‘Mijn vader is in zijn leven amper naar school geweest. Binnen een generatie ben ik gepromoveerd. En al die tijd werd ik geteisterd door onzekerheden of was ik bang door de mand te vallen’. Daarmee was haar studietijd ook eenzaam. Er zat zo’n gat tussen de wereld van haar ouders en de wereld van de universiteit. ‘Ik ben er achteraf wel trots op. Ik heb het allemaal zelf gedaan. Ik heb ook niet naar hulp gezocht, want ik wist niet waar ik het zoeken moest op de universiteit’, blikt ze terug.
Van eerste generatiestudent naar docent
Dankzij haar ervaringen als eerste generatiestudent kan ze naar eigen zeggen nu de beste docent zijn die ze kan zijn. Tijdens het kennismakingsrondje met eerstejaarsstudenten vraagt ze altijd wie er eerste generatiestudent is. En iedere keer zijn het er meer dan ze verwacht had. Ook vraagt ze wie zich bij een studentenvereniging heeft ingeschreven en waarom wel of niet. ‘De dingen die ik destijds had willen weten, maak ik nu bespreekbaar onder mijn studenten. Ik benadruk ook altijd dat eerste generatiestudent zijn niet iets is om je voor te schamen, heel veel mensen zijn tenslotte eerste generatiestudent. Kijk maar om je heen, je bent écht niet de enige. Dat is heel belangrijk om je te realiseren’, benadrukt ze.
Wijze raad voor studenten
‘Zoek aansluiting. En studeren is ook volwassen worden, jezelf vinden en opvattingen vormen. Je bent op de universiteit om een kritische denker te worden. Ik hoop dat de studie je manier van kijken naar de wereld verandert. Hoe je de krant leest, hoe je televisie kijkt.’
Advies voor universiteiten
Je ziet dat heel veel universiteiten er inmiddels rekening mee houden. Er zijn initiatieven en mentorschappen. Het belangrijkste in Nadia’s ogen is: ‘Maak het bespreekbaar. Hou er rekening vanaf het begin bij de inschrijving. Laat eerste generatiestudenten weten dat ze niet alleen zijn en dat er cursussen/borrels zijn waar ze naartoe kunnen’. Bovendien heeft een flink aandeel van eerste generatiestudenten een migratieachtergrond, wat maakt dat het belangrijk is dat de universiteit in hun aanbod moet laten zien dat ze diversiteit en inclusiviteit nastreven, aldus Nadia.