Lid aan het Woord: Antheun Janse

Het eerste lid dat is geïnterviewd in het kader van onze nieuwe jubileumrubriek Lid aan het Woord, is Antheun Janse (52) uit Amersfoort. Antheun is werkzaam als docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Baarnsch Lyceum en studeerde politiek-maatschappelijke geschiedenis van de late middeleeuwen tot heden aan de Universiteit Utrecht. Hij is sinds oktober 2019 KNHG-lid.

Waarom bent u lid geworden van het KNHG?
‘Directe aanleiding was een gezamenlijk gegeven workshop op de laatste Historicidagen in Groningen, als coproductie van academisch onderzoek en praktijkervaring in het voortgezet onderwijs: Wereldgeschiedenis – So what? Is een meer integrale aanpak van de ‘Nederlandse’ wereldgeschiedenis in het onderwijs mogelijk?

Dat smaakte naar meer, en hechtere samenwerking tussen VGN/Kleio en het KNHG juichen we vanuit de commissie wereldgeschiedenis van de VGN toe. Dus daarom heb ik onlangs de daad bij het woord gevoegd en ben ik lid geworden.’

Op welke manier verhouden KNHG en/of BMGN zich tot uw werkveld?
‘Ook voor het voortgezet onderwijs is contact met de academische thema’s en discussies van belang om het herkauwen van standaardteksten in schoolmethodes te voorkomen. Contact en debat over recent historisch onderzoek zorgt voor inspiratie en (les)materiaal waardoor ook de kwaliteit van het onderwijs kan worden uitgebreid of op zijn minst op peil gehouden.’

Wat was uw meest memorabele moment als KNHG-lid?
‘Als kersvers lid was het eerste Jaarcongres, in november 2019, het meest memorabele moment.’

Wat ziet u als de belangrijkste maatschappelijke taak van historici vandaag de dag?
‘De “uitvinding van eigen geschiedenis” is in beweging en staat onder druk van veel binnenlandse en buitenlandse invloeden. Historici moeten het onderscheid tussen feit en fictie boven water houden en stug doorgaan met ontmythologisering van te eenzijdig toegeëigend verleden. Daarnaast is een dappere poging nodig om een gezamenlijke geschiedenis van de mensheid als verhaal gebaseerd op feiten op tafel te krijgen, als tegengif tegen ideologisch fanatisme en politieke indoctrinatie.’

Wat voor rol zou het KNHG volgens u moeten spelen in de samenleving in het algemeen en het geschiedenisveld in het bijzonder?
‘Agenda voeren voor de maatschappelijke taak, daar ontmoetingen voor organiseren/faciliteren en ruimte (of ook middelen) organiseren om resultaten/producten voor het voetlicht te brengen. Voor het geschiedenisveld in het bijzonder zou interdisciplinair contact een meerwaarde vormen, dus als het KNHG actief contact onderhoudt met niet alleen zusterorganisaties in andere landen maar ook met verenigingen van andere disciplines, dan zou dat het geschiedenisveld (kunnen) versterken.’

Wat zou u studenten geschiedenis en pas-afgestudeerde historici willen meegeven, zo aan het begin van hun professionele leven?
‘De meerwaarde van de studie geschiedenis zit ‘m ook in de oefening in breed oriënteren en analyseren naast de specifieke historische oriëntatie op de werkelijkheid. In allerlei beroepsgroepen komt die vaardigheid en de (vaardigheid van) brede ontwikkeling goed van pas. Of het nu je beroep wordt, je vrijetijdsbesteding of betrokken deelname aan een maatschappelijke organisatie, de studie geschiedenis levert niet alleen vakkennis en beroepsmogelijkheden, maar vooral ook een persoonlijke meerwaarde die je in elke professionele richting kunt verzilveren. Wees historicus!’

Wat wenst u het KNHG toe voor de komende 25 jaar?
‘Dat is wel een heel lange periode om vooruit te kijken voor een genootschap… maar ik wens dat het KNHG nog heel lang de levendige bijenkorf mag zijn waar historici elkaar kunnen ontmoeten, inspireren en waarin ze ook kunnen experimenteren voordat de honing van goed historisch onderzoek buiten de korf terechtkomt om anderen te laten genieten van een excellent product.’

Opmerkingen

© KNHG 2024 Website: Code Clear