Hans Spijker begon 1 april 2018 als video- en mediastagiair bij het KNHG. In negen maanden tijd heeft hij zich ontwikkeld tot een all-roundredactie assistent. Geheel in stijl blikt Hans in een interview terug op zijn tijd bij het KNHG.
1. Wat heeft het KNHG voor jou betekend?
Met een master- en bachelordiploma op zak zocht ik nog heel erg naar richting. Het KNHG heeft mij heel veel vrijheid geboden om op zoek te gaan naar die richting. Ik heb hier zo veel verschillende dingen kunnen doen: van redactiewerk voor de BMGN – Low Countries Historical Review tot het maken vanvideo’s en foto’s tijdens congressen. De veelzijdigheid van deze werkplek heeft er echt voor gezorgd dat ik met meer zelfvertrouwen en ervaring op zoek kan naar een baan in het vakgebied van geschiedenis. Dat zelfvertrouwen was er helemaal niet voor ik bij het het KNHG begon. In mijn geval was dat op zich niet zo vreemd: tijdens mijn studie had ik nooit stage gelopen en had ik dus geen enkele ervaring met werk in het vakgebied geschiedenis. Het KNHG heeft mij een plek geboden om die ontbrekende ervaring op te kunnen doen.
2. Toen je hier net begon gaf je aan ‘dat stage lopen bij het KNHG mij enorm gaat helpen om een juiste richting voor mijn eigen toekomst als historicus te vinden’. Heb je je richting voor jouw toekomst als historicus na een kleine negen maanden gevonden?
Absoluut! In de kleine negen maanden bij het KNHG heb ik mij vooral en steeds beter gerealiseerd hoe veel kanten je op kan als afgestudeerd historicus. Ik was bijvoorbeeld niet bekend met redactiewerk. In de zomer van 2018 vroeg oud-managing editor van de BMGN, Anne-Marie Mreijen, of ik een artikel voor de BMGN wilde corrigeren. Snel kwam ik er achter dat ik corrigeren en redigeren heel leuk vond. Samen met Monica Soeting en Tessa Lobbes heb ik in de laatste maanden van mijn werk voor het KNHG met heel veel plezier gewerkt aan de net verschenen BMGN 133:4. Door voor de BMGN te werken, kreeg ik zijdelings ook het een en ander mee over de ontwikkelingen op het gebied van open access en leerde ik gebruikmaken van open access platformen als het Open Journal System.
3. Wat is je belangrijkste leerpunt geweest?
Voor ik mijn stage bij het KNHG begon vond ik overleggen lastig. Anderen een vraag stellen terwijl ze aan het werk zijn deed ik niet graag. Bij het KNHG werd dat al gauw anders. We doen hier van alles samen; mensen hebben natuurlijk hun eigen taken, maar het voelde nooit alsof we geïsoleerd met ons eigen projectje bezig waren. Nu helpt het zeer dat de sfeer bij het KNHG erg goed is en dat is helaas niet overal het geval. Op mijn laatste werkdag dankte Antia Wiersma mij en zei ze dat het ‘erg gezellig’ was. En dat was het ook.
4. Wat was voor jou het hoogtepunt van je stage?
Pfoe, moeilijke vraag. Onder andere de congressen waren hoogtepunten. Nu ben ik wat minder betrokken geweest bij organisatie van het Voorjaarscongres 2018 en het Jaarcongres 2018, maar heb ik van dichtbij wel veel kunnen meekrijgen wat er zoal komt kijken bij de voorbereiding van een congres. Ook vond ik het bijzonder om aan twee nummers van de BMGN mee te mogen werken.
5. Wat ga je hierna doen?
Ik ga een tijd weg naar Oost-Azië. In maart 2019 kom ik terug en ga ik op zoek naar een baan. De laatste periode zie ik verschillende interessante vacatures voorbij komen: van redactiewerk tot plekken voor junior onderzoekers. Wat het precies wordt, weet ik niet, maar ik ga hoe dan ook door met geschiedenis.