Het Academiegebouw in Utrecht was van donderdag 24 tot en met zaterdag 26 augustus rijkelijk gevuld met een keur aan historici, van de academische wereld tot de archiefsector en van de museale hoek tot de onderwijsbranche. Vanuit het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis was ik aanwezig om me onder te dompelen in de diverse wereld van geschiedenis en te leren van collega’s uit andere specialismen die elk op hun eigen manier de historie presenteren aan het publiek.
Dicht bij huis: verdieping in genealogie
Op de eerste dag stond de sessie Treechecker op het programma. Als stafmedewerker Marketing, PR en Communicatie van het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis kon ik hier natuurlijk niet omheen. Voor mij dus geen bezoek aan DOMunder, rondleiding langs Utrechtse bierbrouwerijen of wandeling door Utrecht. Nee, ik ging meteen voor een inhoudelijke sessie waarbij genealogische data in historisch onderzoek centraal stonden. Auke Rijpma (Universiteit Utrecht) vertelde die middag over de verschillende wetenschappelijke onderzoeken waarbij genealogische gegevens gebruikt worden. Hij liet zien hoe uit dit soort data conclusies kunnen worden getrokken over de erfelijkheid van een levensverwachting. Ook demonstreerde hij Treechecker, een webapplicatie die genealogieën op fouten controleert en de genealogieën met wetenschappers deelt. Hoewel Treechecker zeker niet de enige software is die fouten zoals onmogelijke leeftijden in genealogische data automatisch aanwijst, is de applicatie een interessante ontwikkeling.
Relevantie van het verleden
’s Avonds stond de publiekslezing van Ian Buruma (Bard College) op het programma waarin het idee ‘Europa’ in perspectief werd geplaatst. Buruma ging in op de huidige politieke debatten rondom de Brexit en Trump. Waar het heen zal gaan met Brexit en Trump zal de tijd ons moeten leren, maar één ding werd duidelijk in de lezing: geschiedenis is relevant voor het hier en nu, het maakt ons bewust van de totstandkoming van huidige situaties en biedt achtergrond bij recente ontwikkelingen. Daarmee zette Buruma de toon van het congres, want dat historici niet alleen in de verleden tijd, maar ook in de huidige tijd opereren, dat thema liep als rode draad door het congres.
Kritische noot
Ik was dan ook erg blij met de kritische noot van Keimpe Algra (decaan faculteit geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht) tijdens de opening van de tweede dag. Hoewel hij het belang van bildung onderstreepte waarbij geschiedenis de geest verrijkt en de visie op de wereld aanscherpt, vond hij dat het accent van het congres wel erg op het heden lag. Ondanks dat culturele diversiteit op de agenda stond van verschillende sessies, was wat meer diversiteit van periodes in het programma geen overbodige luxe geweest.
De kunst van de oppervlakkigheid
Hoogtepunt van het programma was voor mij de sessie over disneyficatie waarin aandacht was voor de nieuwe presentatie van de canon van Nederland in het Nederlands Openluchtmuseum. Hoewel de presentatie de historische werkelijkheid sterk heeft gesimplificeerd, werd duidelijk dat dit niet automatisch betekent dat de gecreëerde pretparkachtige presentatie feitelijk onjuist is. Sterker nog; de details zijn gebaseerd op bronnen en er is geprobeerd op een zo goed mogelijke manier een balans te vinden tussen attractiviteit en gastvrijheid aan de ene kant en een inhoudelijk aanbod aan de andere kant. Is simplificatie slecht? “Wel als doel, maar niet als middel”, stelt Gijs van der Ham (Rijksmuseum) die meewerkte aan de presentatie. Simplificeren in musea is volgens Kathelijne Eisses (Tinker Imagineers) zelfs van essentieel belang. Je kunt onmogelijk alles vertellen. Het is dan ook de kunst om veel te weten om weinig te kunnen vertellen.
Guilty pleasures
In de gezellige ambiance van Museum Speelklok werd ’s avonds de inwendige mens ruimschoots bediend. Ook waren er vermakelijke korte presentaties waarin historici hun guilty pleasures konden opbiechten; van foute linkse politici tot Sonjabakkeren met Sisi. De avond eindigde met een orgelconcert toen het museum zich omvormde tot danszaal.
Experimenteren met geschiedenis
De laatste dag raakte ik bij verschillende sessies geïntrigeerd door de creatieve oplossingen om geschiedenis aan de man te brengen. Zo vertelde Dimphy Schreurs (Museum Catharijneconvent) over de bijdrage van het museum aan de Sint Maarten-viering in Utrecht, waarbij het feest wordt gepresenteerd als feest van delen en naastenliefde en niet specifiek als christelijk feest. De museumcollectie wordt van ondergeschikt belang gemaakt en het museum veranderd in een ontmoetingsplek. Ook Nicole van Dijk (Museum Rotterdam) experimenteert met manieren om niet het Rotterdams erfgoed, maar de Rotterdammers zelf centraal te stellen. Evelien Pieterse (Spoorwegmuseum) gaf zelfs aan dat bij haar in het museum niet het object, maar juist het verhaal centraal staat en dat de objecten bij het verhaal gekozen worden.
Ik ben blij dat ik de Historicidagen heb bezocht! Ik heb veel geleerd en mijn blik kunnen verrijken door te proeven van de verschillende methoden van collega’s uit zowel de academische als museale hoek. Op naar 2019 met hopelijk een nog diverser programma!
Vera Weterings | Stafmedewerker Marketing, PR & Communicatie CBG|Centrum voor familiegeschiedenis
Wil je meer weten over mijn ervaringen op de Historicidagen? Voor CBG.nl schreef ik uitgebreide dagverslagen: