Wortels schieten – het verleden in de politiek (KNHG kiest!)

‘Alles aan deze zaal is nep, hij is volledig invented. Voel je dus vrij om tijdens het debat je tablet in de strijd te gooien,’ heette debatleider Jouke Turpijn de ruim tachtig bezoekers  welkom in de VOC-zaal van het Amsterdamse Bushuis. ‘Zo levendig hoeft het debat ook weer niet’, bezwoer Agnes Jongerius haar gelegenheidscollega. Deze nepzaal bood desalniettemin de ideale nostalgisch-historische omlijsting voor de KNHG-bijeenkomst ‘Geschiedenis in de politiek’. Het was geen academisch onderonsje. Dappere (aspirant) Kamerleden waagden zich in het hol van de leeuw. Niet bang om hun beroep op het verleden te verdedigen. Voordat het fileren van holle frasen en flaters kon beginnen, legden Remieg Aerts, Bertie Kaal en Henk te Velde een even gedegen als bevlogen fundament.

Betoveren of fact-checken?
‘Moet ik als biograaf van Thorbecke corrigeren wanneer diens naam ten onrechte valt in een opiniestuk of Kamerdebat?’ Dat doet hoogleraar Nederlandse Geschiedenis Remieg Aerts niet. ‘Naarmate de afstand tussen ons en Thorbecke groeit, krijgt zijn nagedachtenis een abstracte vorm en daarmee een magische kwaliteit.’ Het beroep op het verleden in de politiek is daarom van nostalgische aard. Partijen verwijzen naar sepiakleurige herinneringen aan de begrijpelijke wereld om een vertoog op te zetten over de nationale identiteit. Een ‘fact checkende’ historicus verbreekt de betovering en maakt bijvoorbeeld de erfenis van Thorbecke irrelevant voor het heden.

Historisch besef
De politiek heeft juist prestaties uit het verleden nodig om een toekomstvisie te ontwikkelen. Een politiek veld is arm indien gespeend van enig historisch besef in tijd en ruimte, toonde taalwetenschapper Bertie Kaal aan. Zonder besef van de bijdrages uit het verleden aan het heden, kan de politiek de volgende denkstap – van heden naar toekomst – niet maken. Ziedaar de huidige generatie doemdenkers verklaard. Volgens hoogleraar Vaderlandse Geschiedenis Henk te Velde mag de historicus wel uitleggen dat de nostalgische beelden van het verleden een gevoel oproepen over hoe de maatschappij zou moeten zijn. Maar er is meer wat ons vak boeiend maakt: ‘In gesprek met een journalist, reageer ik vanuit mijn onpartijdige hoedanigheid van historicus op de politiek. Tegelijkertijd blijf ik burger en ben ik speler op datzelfde veld. Besef van deze paradox maakt onze beroepspraktijk zo spannend.’

Jaloersmakend bovendien. PvdA-Kamerlid Marit Maij twitterde opgetogen over de beleefde en geleerde toonzetting van de bijeenkomst. Artikel 1-kandidaat Glenn Helberg haakte hierop in. ‘Ik word normaliter gelijk afgekapt zodra ik probeer te contextualiseren.’ Op hun beurt kunnen historici leren van politici: inhoudelijk reageren op een stelling in plaats van struikelen over de formulering. Na een kleine hapering stapte de beroepsgroep snel over haar eigen achilleshiel heen om ter zake te komen.

Klinkklare onzin!
Huub, leg jij ons eens uit wat Jesse Klaver in het NRC nu beoogde met Nederland te definiëren op basis van de Akte van Verlatinge?’ Dat bleek Huub Bellemakers eigenlijk ook niet goed te weten. CDA-senator Ben Knapen wist wel wat er allemaal historisch onjuist was aan de uitspraak, maar dat deerde hem niet zo. Aerts schoot uit zijn stoel. ‘Deze uitspraak over de Akte van Verlatinge bestaat uit klinkklare onzin.’ Een dergelijke invention of tradition gebruiken als definitie van Nederland is misbruik van de geschiedenis. ‘Wanneer je een document zo stellig inbrengt als argument voor het karakter van het hele land, sluit je groepen uit en is het debat daarover ook meteen afgelopen’, wees Te Velde Groenlinks terecht. Hetzelfde manco vertoonde de holle frase over hoe ‘wij Nederlanders’ in ‘onze geschiedenis’ voor niemand bang waren, aldus het VVD-programma. Helaas bleek geen VVD’er dapper genoeg om uit te leggen wie nu toch ‘wij Nederlanders’ zijn. In de ideale CDA-wereld van Sybrand Buma zijn dat in ieder geval de Nederlandse christenen. Althans, dat insinueert hij wanneer hij de wortels van onze gelijkwaardige samenleving aan het christendom verbindt. Voor historische voorbeelden van het tegendeel hoefden de aanwezigen in de VOC-zaal niet ver te zoeken.

Sorry!
Sylvana biedt excuses aan voor het ondersteunen van het DENK-standpunt over de Armeense genocide,’ las Helberg trots voor vanaf zijn telefoon. Artikel 1 vindt dat de overheid excuses en genoegdoening moet aanbieden aan de huidige nazaten van slachtoffers van het slavernijverleden en van de Indische Kwestie. ‘Gejat van Groenlinks!’, wist Bellemakers. Onder de historici ontstonden twee kampen. Het verleden hoort niet in de beklaagdenbank en het is niet aan de historicus om het verleden bestraffend toe te spreken. Susan Legêne wees er echter op dat historici zelf actief hebben bijgedragen aan het verzwijgen van dit verleden, bijvoorbeeld in de samenstelling van handboeken. ‘Aan ons historici de taak om deze lacune te erkennen en recht te zetten.’

Ondanks de felle stellingnames bleven mobieltjes en tablets netjes in de handen van hun eigenaren. Ze dienden immers als stemkastjes voor de zorgvuldig voorbereide stellingen en bij vlagen komische voorbeelden. De wortelmunitie Marianne Thieme fascineerde. Waarom appelleren aan een macho terrorist als je honderd jaar passief vrouwenkiesrecht viert? De verwijderde Twitter-banner van Fleur Agema vormde het slot van deze debatmiddag. ‘Haal haar gauw uit beeld. Zij mag hopen op vergetelheid’, sloot Turpijn het debat. IJdele hoop. Het is de paradox van de historisch onbewuste, digitale maatschappij: elke tweet schiet wortel in een onuitwisbaar, grenzeloos geheugen. Helaas voor de uitglijder van Agema begeven historici zich onbevreesd in dit archief en kijken daarbij graag over geijkte grenzen heen. Toch?

Nieuwsgierig naar de gevolgen van digitalisering voor de beroepspraktijk van de historicus? Op 24 maart legt de werkgroep Beroepsethiek ze op de snijtafel in Interrogating Our Tools – KNHG Digital History Workshop.

afbeelding van Lauren Lauret Lauren Lauret

 

Opmerkingen

© KNHG 2024 Website: Code Clear