(ref. BAP-2022-570)
Laatst aangepast : 31/07/2022
Een groter wordende groep relatief gezonde oudere volwassenen lijkt het leven te ervaren als betekenisloos en waardeloos. Deze ouderen ontwikkelen het gevoel dat hun leven niet meer de moeite waard is, dat het leven een last is, en zij voelen zich nutteloos en eenzaam. Vaak hebben deze ouderen een (actieve of passieve) wens om hun leven te beëindigen. In de literatuur wordt dit bestempeld als “levensmoeheid” en wordt erop gewezen dat de mate van lijden alarmerend hoog is. Dit sluit aan bij de berichten van zorgprofessionals in woonzorgcentra die worden geconfronteerd met bewoners die levensmoe zijn en die een gebrek aan zin in hun leven ervaren. Empirische kennis over wat de ervaring van levensmoeheid (Tiredness of Life) bij bewoners van woonzorgcentra nu precies is, of dit werkelijk een nieuw fenomeen is of toch al langer bestaat,en welke factoren samenhangen met dit fenomeen, lijkt momenteel echter niet voorhanden.
“ClarEToL” is een KU Leuven-gefinancierd interdisciplinair project waarbij we dit gebrek aan kennis willen ondervangen. Het project combineert kwalitatieve studies (zoals grounded theory studies, begripsgeschiedenis, direct content analysis, mondelinge geschiedenis) met kwantitatieve studies (psychometrische studies) en focust op zowel bewoners van woonzorgcentra als op hun formele en informele zorgverleners. Het project is een samenwerking tussen Jessie Dezutter (Meaning Research Late Life Lab, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen), Bernadette Dierckx de Casterlé (Academisch Centrum voor Verpleeg- en Vroedkunde, Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg), Veerle Foulon (Klinische Farmacologie en Farmacotherapie, Departement Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen), Kaat Wils (Cultuurgeschiedenis vanaf 1750, Faculteit Letteren), Stephan Claes (Mind-Body Onderzoek, Departement Neurowetenschappen), en Tinne Claes (Cultuurgeschiedenis vanaf 1750, Faculteit Letteren). Drie doctoraatsstudenten zullen samen op dit project werken, elk aan een eigen doctoraat, maar met actieve betrokkenheid in alle studies van het project zodat de noodzakelijke kruisbestuiving en interdisciplinaire aftoetsing gerealiseerd kunnen worden.
De doctoraatsstudent die binnen dit project aan een historisch proefschrift werkt, zal zich in het onderzoek toeleggen op drie componenten. Ten eerste een geschiedenis van het begrip ‘levensmoeheid’ en de mate waarin dit in het verleden met ouderen werd in verband gebracht. Hoe werd het woord ‘levensmoeheid’ vroeger gebruikt, welke connotaties had het, wie kreeg er vooral mee te maken? Ten tweede een geschiedenis van de medische ‘ontdekking’ van de problematiek in disciplines als de geriatrie, de verpleegkunde of de pastorale zorg. Hoe en waar ontstond een wetenschappelijke interesse in het fenomeen van levensmoeheid? Hoe professionaliseerde de zorg? Ten derde een geschiedenis van ervaringen van levensmoeheid via interviews met nabestaanden. Hoe hebben ouderen in het verleden levensmoeheid ervaren en wat zegt dat over veranderlijke culturele betekenissen van ouderdom, een ‘zinvol’ bestaan of een ‘goede’ dood? De geografische en chronologische focus zal daarbij op België sinds de late 19de eeuw liggen.
Je sollicitatiedossier bestaat uit:
– je cv met gedetailleerde informatie over je studieresultaten in bachelor en master (diploma supplement)
– een motivatiebrief
– een onderzoeksgebaseerde tekst van jouw hand (bv. een wetenschappelijk artikel, een hoofdstuk van je meesterproef)
– contactgegevens van twee referenten
Interviews met een selectie van kandidaten gaan door op 3 en 7 oktober (eerste ronde) en 24 oktober (tweede ronde). Voor de eerste ronde zal vooraf een korte schriftelijke opdracht worden gegeven.
Meer informatie is te verkrijgen bij prof. dr. Kaat Wils, tel.: +32 16 32 49 71, mail: kaat.wils@kuleuven.be of dr. Tinne Claes, mail: tinne.claes@kuleuven.be