Graag nodigen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Kenniscentrum Landschap van de Universiteit Groningen (KCL-RUG) u uit voor de tweede in een reeks van acht lezingenmiddagen op donderdag 25 maart van 13.30 tot 16.00 uur. Het onderwerp is ‘Heidevelden en stuifzanden’.
Tijdens dit webinar vertellen drie onderzoekers over hun recente heide- of stuifzandonderzoek in België en Nederland. Welke nieuwe kennis over de ontstaansgeschiedenis van deze landschappen leverde dit op? En welke consequenties heeft dit voor het beheer van heiden en stuifzanden?
Historische ecologie heidevelden en stuifzanden
Al sinds de Bronstijd komen in de zandgebieden van Noordwest-Europa kleine heidevelden en zandverstuivingen voor. Meestal doordat prehistorische boeren hun woonomgeving zwaar begraasden, waardoor de oorspronkelijke bosvegetatie plaatsmaakte voor een meer open (gras)heidelandschap of stuifzandgebied en ook de onderliggende bodem door podzolisatie verarmde. Door bevolkingstoename en nieuwe ontginningen nam de hoeveelheid heide in de IJzertijd verder toe.
Het duurde echter tot ver in de middeleeuwen dat heidevelden zich echt grootschalig ontwikkelden, eerst in Zuid-Nederland, later elders. De boeren in de zandgebieden specialiseerden zich vanaf de 14e-15e eeuw steeds meer in grootschalige schapenteelt en voerden ook plaggenbemesting in als innovatie in hun landbouwbedrijf. Op plekken waar de heidevegetatie het zwaarst werd belast, ontstonden zelfs grootschalige zandverstuivingen: een verwoestijning die vooral na de middeleeuwen hand over hand toenam.
Hoewel dus een symbool van vroegere overbelasting van het leefmilieu, vormen beide landschapstypen tegenwoordig belangrijke ecosystemen, waarvoor Nederland en België binnen Europa een bijzondere verantwoordelijkheid hebben.
De bijeenkomst vindt online plaats, maar aanmelden is noodzakelijk. Aanmelden kan hier. Vooraf ontvangt u een link naar deelname aan dit webinar.