Studiemiddag – Stagnatie en modernisering rond 1800: Vernieuwing en behoud

10 woe
Datum
10 oktober 2018
Vanaf
13:00
tot
16:30
Periode
18e eeuw
19e eeuw
Adres

Sweelinckzaal, Universiteit Utrecht, Drift 27, Utrecht

Op 10 oktober 2018 organiseert de werkgroep Stedengeschiedenis een studiemiddag onder de titel “Stagnatie en modernisering rond 1800, Vernieuwing en behoud”. Locatie: Sweelinckzaal, Universiteit Utrecht, ingang Drift 27 (bibliotheek). De studiedag is gratis voor eenieder toegankelijk; wel graag aanmelden via jan@jvdn.nl  o.v.v. “1800”.

Informatie kan worden ingewonnen bij Jan van den Noort 06-4970 6455 of via www.stedengeschiedenis.nl.

Programma

Voorzitter: Dr. Roos van Oosten (universitair docent Stadsarcheologie, Universiteit Leiden)

13:00-13:30 Drs. Minke Walda MA (architectuurhistoricus, promovendus Vrije Universiteit Amsterdam) over Afbraak en verval in het stedennetwerk van Holland in de lange 18e eeuw

13:30-14:00 discussie

14:00-14:30 Dr.mr. Wim van Schaik (bedrijfseconoom en jurist, promotie Universiteit Utrecht) over Utrechtse dorpsbesturen 1780-1830 die er erg lang in slaagden om hun autonomie te behouden

14:30-15:00 discussie

15:00-15:30 koffie en thee

15:30-16:00 Drs. Merel Klein (historicus, promovendus Universiteit van Amsterdam) over Een milieugeschiedenis van Amsterdam (1815-1865)

16:00-16:30 discussie

Minke Walda, Afbraak en verval in het stedennetwerk van Holland

De lange achttiende eeuw (1670-1813) wordt in de Nederlandse stedengeschiedenis veelal beschreven als een periode van stagnatie en achteruitgang. Parallel aan het krimpende inwonertal nam het gebouwenbestand sterk af. In Haarlem, Leiden en Enkhuizen zou zelfs veertig tot zeventig procent van alle huizen verdwenen zijn. Reisverslagen spreken van hele straten of wijken die leeg kwamen te staan. Regelmatig werden bouwblokken vervangen door tuinen of weiland.

Het beeld dat de ruimtelijke ontwikkeling van de Hollandse steden vrijwel tot stilstand kwam, behoeft correctie. Krimp heeft, net als groei en nieuwbouw, gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling en een grote invloed op het stadsbeeld. In de architectuur- en stedengeschiedenis is dit proces onderbelicht gebleven. Minke Walda gaat na wat de ruimtelijke gevolgen waren van verval en afbraak? Waar in de steden vond afbraak plaats en welke vorm nam die aan? Leegstand, sloop en het uitbreken van woningen vormden bovendien een urgent probleem, zowel voor het aanzien van de stad als voor de veiligheid en de schatkist; reden waarom stadsbesturen, en na 1795 ook nationale overheden, de ‘slooperij-storm’ probeerden te beheersen door middel van regelgeving en welstandseisen. Minke Walda onderzoekt de ruimtelijke praktijk rondom krimp en afbraak vanuit een vergelijkend perspectief. Aan de hand van enkele voorbeelden geeft ze een eerste indruk hoe Hollandse steden rond 1800 met krimp omgingen.

© KNHG 2024 Website: Code Clear