Studiemiddag ‘Nationale en Stadsidentiteit’

12 woe
Datum
12 februari 2020
Vanaf
13:00
tot
17:30
Adres

Sweelinckzaal UU, Drift 21, Utrecht

Op woensdagmiddag 12 februari 2020 organiseert de werkgroep Stedengeschiedenis een studiemiddag in de Sweelinckzaal van Universiteit Utrecht (Drift 21) onder de titel ‘Nationale en Stadsidentiteit’. De studiedag is gratis voor eenieder toegankelijk; wel graag aanmelden via jan@jvdn.nl o.v.v. Identiteit. Informatie kan worden ingewonnen bij Jan van den Noort 06-4970 6455 of via www. stedengeschiedenis.nl.

Programma

Voorzitter: Dr. Anne Petterson (Universitair Docent Cultuurgeschiedenis en Politieke Geschiedenis, Radboud Universiteit Nijmegen)

13:00-13:30 Dr. Tymen Peverelli (Projectbureau Gemeente Amsterdam): ‘De stad als vaderland. Brugge, Leeuwarden en Maastricht in de eeuw van de natiestaat’

13:30-14:00 discussie

14:00-14:30 Dr. Enno Maessen (Docent Europese Cultuur, Europese Studies Universiteit van Amsterdam): ‘Wereldstad in de Steigers’

14:30-15:00 discussie

15:00-15:30 koffie en thee

15:30-16:00 Dr. Karen Vannieuwenhuyze (freelance consulent beheersplannen / bouwhistoricus bij Architectenbureau Maarten Dobbelaere, Gentbrugge): ‘Aangedaan van statuomanie: het Antwerpse stadsbestuur en zijn politieke greep op de stedelijke ruimte (1830-1914)’

16:00-16:30 discussie

Tymen Peverelli, De stad als vaderland. Brugge, Leeuwarden en Maastricht in de eeuw van de natiestaat

De negentiende eeuw was een nationalistische eeuw. Nationalisten verheerlijkten het vaderlandse verleden met kunst, literatuur en architectuur. De talloze standbeelden voor nationale helden, nu nog te vinden op onze stadspleinen, zijn stille getuigen van dit tijdperk. Bewoners van provinciesteden waren doorgaans diep ontevreden over het vermeende verlies van lokale identiteit en autonomie binnen de natiestaat. De vraag is dus gerechtigd of die geestdrift voor de natie ook gewaardeerd werd in de steden van de Nederlandse en Belgische randgebieden.
Tymen Peverelli trof gemengde gevoelens over de natiestaat bij de erudiete stadsbewoners van Brugge, Leeuwarden en Maastricht. Ongemak over de eigen tijd versterkte de nostalgie naar de grootse geschiedenis van de eigen stad. De fascinatie voor het lokale verleden manifesteerde zich op veel verschillende terreinen. Bewoners van provinciesteden verheerlijkten dat verleden in historische romans, gedichten en stadsbiografieën. Daarnaast bliezen ze oude, soms verloren gegane, festiviteiten zoals processies en bedevaarten nieuw leven in. Zij herwaardeerden oude gebouwen, vaak in reactie op sloop- en stadsvernieuwingsprojecten, en creëerden zo een gemeentelijk erfgoedbeleid. Ook zagen zij de commerciële potentie van stedelijke erfgoed en zetten een lokale toeristenindustrie op touw.
Deze herontdekking van het stedelijke verleden gaf erudiete bewoners van provinciesteden opnieuw een gevoel van trots. Soms gaven zij daarmee aan dat de stad een vast onderdeel was van de natiestaat, maar net zo vaak benadrukten zij het unieke en zelfs autonome karakter van de eigen stad.

Enno Maessen, Wereldstad in de Steigers

Istanbul, megapolis van circa 16 miljoen inwoners, hoofdstad van twee wereldrijken, cultureel, politiek en economisch zwaartepunt van Zuidoost-Europa. Op haar hoogtepunt in de Byzantijnse periode telde de stad al een half miljoen hoofden. Napoleon Bonaparte zou gezegd hebben: ‘hij die Constantinopel bezit zal over de wereld heersen’. Die uitspraak heeft een ironische parallel met een recente opmerking van de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan over verkiezingsstrategieën: ‘Als we Istanbul verliezen, verliezen we Turkije.’
Geheel in lijn met breder heersende oriëntalistische reflexen over het Osmaanse Rijk werd deze stad in West-Europa vaak als tijdloos beschreven, terwijl er weinig steden zijn die door zulke dramatische dynamieken worden getekend als Istanbul. Dat geldt ook voor de recente geschiedenis van de stad in de tweede helft van de twintigste eeuw, die veelal wordt voorgesteld als een van verval en vervreemding.
Enno Maessen laat zien dat het centrum van Istanbul, Beyoğlu, ook toen een cruciale ontmoetingsplaats bleef voor de eclectische mix van levensverhalen die de geschiedenis van stad en centrum al sinds de negentiende eeuw kenmerkte. Van klagende diplomaten, gefrustreerde leraren, melancholische vrijmetselaars en activisten tot politiek geëngageerde filmregisseurs, zangers en acteurs: juist in de tweede helft van de twintigste eeuw was Beyoğlu decor én actor in hun levensverhalen. Niet exemplarisch, maar symptomatisch: een blik op Beyoğlu maakt bredere lokale, regionale en transnationale dimensies inzichtelijk, zowel in ruimte als tijd.

Karen Vannieuwenhuyze, Aangedaan van statuomanie

In tal van negentiende-eeuwse Europese steden verrezen op de drukbezochte pleinen en lanen publieke standbeelden die belangrijke personen of gebeurtenissen verheerlijkten. De historiografie van deze statuomanie, of standbeeldenrage, kenmerkte zich door een overvloedige aandacht voor de symbolische, ideologische en pedagogische functies en betekenissen van de beeldhouwwerken. Onderzoekers interpreteerden ze vooral in het licht van een groeiend staatsnationalisme en de bijhorende nood aan een nationale identiteit en cultuur. Anderzijds koppelden ze de beeldhouwwerken en het stadslandschap aan een moderne liberale vooruitgangsgedachte.
Voor haar proefschrift onderzocht Karen Vannieuwenhuyze hoe het Antwerpse stadsbestuur tussen 1830 en 1914 met publieke standbeelden en hun onmiddellijke omgeving zijn politieke greep op de stedelijke ruimte verstevigde. In een macrohistorisch deel schetst de onderzoekster de algemene context van de ruimtelijke en politieke stadsontwikkelingen en van de standbeeldenrage. In een microhistorisch deel verdiept zij zich per bestuursperiode van een of meer Antwerpse burgemeesters in de standbeeldendossiers.
Daarbij worden spanningen ter discussie gesteld van lokaal versus nationaal, katholiek versus liberaal, elitair versus democratisch en esthetisch-pittoresk versus praktisch-rationeel. In haar presentatie voor de Werkgroep Stedengeschiedenis zal Karen vooral ingaan op de spanning tussen lokaal en nationaal. De provinciestad Antwerpen biedt hierbij een interessant alternatief voor de hoofdsteden die tot nu toe in de meeste studies centraal stonden.

© KNHG 2024 Website: Code Clear