Sfeerverslag KNHG-Jaarcongres 2023: Ruiken. Proeven. Doen.

Donderdag 13 april was het zover. Het KNHG-Voorjaarscongres, mede mogelijk gemaakt door NL-Lab en het Meertens Instituut, ging van start op locatie van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. Dit jaar stond het congres geheel in het teken van historisch onderzoek met behulp van zintuigen. Alhoewel de dag ietwat druilerig van start ging, brak naarmate de tijd vorderde langzaam maar zeker het zonnetje door.

In de Vlasschuur van de Kasteelboerderij werden de bezoekers hartelijk ontvangen door dagvoorzitter Vincent Robijn, directeur van Collectie Overijssel en bestuurslid van het KNHG. Hij vertelde dat bepaalde geuren hele specifieke herinneringen of gevoelens kunnen oproepen. Zo brengt de geur van hooi Robijn terug naar zijn jeugd. Maar hoe vertalen we dit naar historisch onderzoek? Mede-initiatiefnemers van het congres Inger Leemans, directeur van het Meertens Instituut, hoogleraar cultuurgeschiedenis (VU) en KNHG-bestuurslid, en Marieke Hendriksen, senior onderzoeker bij het Huygens Instituut en interim hoofd bij NL-Lab, gaven een korte theoretische inleiding op het gebruik van zogenoemde performatieve methoden. Vooralsnog maken historici weinig gebruik van hun zintuigen, iets waar, volgens Leemans en Hendriksen, verandering in kan worden gebracht. Hendriksen haalde een voorbeeld aan van historici die een harnas uit het Zwitserse leger reconstrueerden om de bewegingsvrijheid van zo’n harnas te achterhalen. Gehuld in het harnas liep een onderzoeker op een loopband om zijn hypothese te testen. En alhoewel dit voorbeeld zorgde voor wat gegiechel in de zaal, benadrukte Hendriksen hoe waardevol zulk onderzoek is.

Opening congres door Vincent Robijn in de Vlasschuur

Ronde Tafels
Gedurende drie verschillende Ronde Tafels gingen deelnemers in gesprek over het gebruik van performatieve methoden in de praktijk. In de met glazuur betegelde Pronkkamer van de Kasteelboerderij vertelde Hans Piena, bijzonder hoogleraar geschiedenis (VU) en conservator bij het Nederlands Openluchtmuseum, over zijn ervaringen met performatieve methoden. Hoe past hij zijn zintuigen toe in zijn werk? Voor het Nederlands Openluchtmuseum herbouwde Piena, in samenwerking met de Italiaanse familie De Lorenzo, de ijssalon Venezia daterend uit de jaren zestig. Overal is aan gedacht: felle neonlampen, bijpassende Italiaanse muziek uit die tijd en de keuze uit acht verschillende smaken ijs. Daarbij moet wel gezegd worden dat receptuur van het ijs naar hedendaagse standaard is gemaakt, anders zou het ijs binnen enkele dagen over datum zijn.

Hans Piena vertelt tijdens Ronde Tafel 2 over de Italiaanse ijssalon

Hands on-sessies
Na een zintuigprikkelende lunch, met karnemelk en hardgekookte eieren, was het dan eindelijk tijd om zelf eens de handen uit de mouwen te steken. Het congres heet tenslotte ‘Ruiken. Proeven. Doen.’ Acht verschillende hands on-sessies bestreken elk een andere interpretatie van deze performatieve methoden. Tijdens de hands on-sessie ‘Hoe ruikt 19e-eeuws donkerblauw’ werd bijvoorbeeld duidelijk hoe enkele ingrediënten, die zorgen voor de diepblauwe kleur, qua geur vooral deden denken aan een varkensstal. Deelnemers konden ook hun zangtalent tentoonstellen door in koor protestliederen te zingen in de kerk, iets wat wel degelijk het trommelvlies wist te prikkelen. Deze en andere hands on-sessies vonden de gehele middag plaats en lieten de deelnemers ervaren hoe geschiedenis ook zintuigelijk beleefd kan worden.

Deelnemers tijdens de hands on-sessie ‘Hoe ruikt negentiende-eeuw donkerblauw?’

Afsluiting
Aan het einde van deze goedgevulde dag vol zintuigelijke ervaringen, verzamelden de deelnemers zich weer in de Vlasschuur. Daar deelden verschillende jonge historici hun ervaringen met performatieve methoden met de overige deelnemers. Aan hen werd de vraag gesteld of ze in de toekomst ook hands on-historicus zouden willen worden, waar velen de conclusie moesten trekken dat die manier van onderzoek niet helemaal bij hen past. Afijn, de borrel werd geopend en de Vlasschuur vulde zich met de aangename geur van borrelhapjes. Onder het genot van een hapje en een drankje wisselden de deelnemers hun ervaringen van de dag uit. Wat deze dag ons heeft geleerd is hoe performatieve methoden een zeer waardevolle aanvulling zijn op andere methoden in historisch onderzoek, die gezamenlijk onze kennis van het verleden kunnen vergroten.

Door Noortje Janssen (Stagiaire communicatie KNHG en webredactie Historici.nl)

Opmerkingen

© KNHG 2024 Website: Code Clear