Werkervaring – Samenvatting onderzoek stagiairs Stefan van Nieuwenhuizen & Peter Vis

Dit collegejaar hebben studenten van de docentenmaster Geschiedenis: Educatie en Communicatie Stefan van Nieuwenhuizen en Peter Vis (Universiteit Utrecht) stage gelopen bij het KNHG. Samen hebben zij onderzocht hoe BMGN-LCHR docenten en leerlingen in het voortgezet onderwijs kan bereiken om kennis en inzichten uit BGMN-artikelen over te dragen. Een samenvatting van hun onderzoek leest u hieronder.

Aanleiding

Stefan van Nieuwenhuizen en Peter Vis

De BMGN-LCHR biedt iedereen met interesse in de geschiedenis van de Lage Landen een groot, uitgebreid archief van onder andere artikelen, fora en boekrecensies. Buiten de academische wereld wordt de BMGN-LCHR echter minder gelezen. Vooral in het onderwijs krijgt het tijdschrift nog niet echt voet aan de grond. Dit terwijl in de BMGN-LCHR genoeg interessante artikelen, discussies en bronnen te vinden zijn die goed in het geschiedenisonderwijs gebruikt kunnen worden om leerlingen in te leiden in het ‘doen’ van geschiedenis. BMGN-LCHR (en het KNHG) vraagt zich dan ook af of er voor het tijdschrift mogelijkheden liggen in het onderwijs. Deze mogelijkheden zijn door ons onderzocht.

Methode

Voor dit onderzoek hebben wij een tiental interviews gehouden met experts en docenten. Drie van deze interviews zijn gehouden met experts uit het onderwijs, zoals vakdidactici en mensen van KLEIO, het vaktijdschrift van de Vereniging van docenten geschiedenis en staatsinrichting in Nederland (VGN). Uiteraard zijn ook docenten bevraagd, zowel ervaren als beginnende. De interviews zijn vervolgens getranscribeerd, gecodeerd en verwerkt in een advies.

Bevindingen

Alle respondenten zien een rol weggelegd voor de BMGN-LCHR, hoewel velen de waarschuwing meegeven dat het tijdschrift niet een te grote overlap moet krijgen met het vaktijdschrift KLEIO. Vaktijdschriften als KLEIO zijn gespecialiseerd in het ontwerpen van (vak)didactisch verantwoord en modern materiaal. De auteurs die publiceren in BMGN-LCHR zijn juist gericht op de geschiedwetenschap. Er wordt dan ook aangeraden dicht bij dit specialisme te blijven.

De geïnterviewden zien wel een mooie kans voor de BMGN-LCHR. Deze ligt volgens hen vooral op twee gebieden: docenten toegang geven tot historische discussies over de onderwerpen waarover zij lesgeven en tot bronnen die zij in de les kunnen gebruiken. Het geschiedenisonderwijs is namelijk steeds meer gericht op het ‘doen’ van geschiedenis: leerlingen moeten bepaalde historische vaardigheden (zoals bronnenkritiek of het innemen van een historisch standpunt) aangeleerd worden en worden ingeleid in het constructivistische karakter van geschiedenis. Voor docenten is dit echter niet altijd gemakkelijk, omdat zij niet altijd de juiste materialen voorhanden hebben. Dit wordt deels veroorzaakt door de geringe ontwikkelingstijd in het voortgezet onderwijs in Nederland, en deels door de lesmethodes, die vaak alweer (groten)deels verouderd zijn tegen de tijd dat ze gebruikt worden. Vooral nieuwe wetenschappelijke inzichten komen hierdoor vaak niet terug in de boeken. Met haar uitgebreide collectie aan artikelen, fora en boekrecensies kan de BMGN-LCHR bijdragen aan oplossingen voor dit probleem. Docenten kunnen de wetenschappelijke inzichten en discussies in de artikelen en fora gebruiken om lessen te ontwerpen waarin zij leerlingen complexere vaardigheden aanleren.

Docenten geven daarom aan behoefte te hebben aan een soort bronnenbank. Bruikbare bronnen zijn voor docenten vaak moeilijk te vinden, terwijl ze wel essentieel zijn om leerlingen historisch te leren redeneren. De artikelen die de BMGN-LCHR publiceert bevatten veel primaire bronnen (zowel tekstueel als visueel). Deze bronnen zijn lang niet altijd bekend in de wereld van het geschiedenisonderwijs, waarin docenten het vaak met de al gebruikte en bekende bronnen moeten doen. De bronnen die in de BMGN-LCHR staan, kunnen daarom een toevoeging zijn op het scala aan bronnen dat een docent kan gebruiken. Een ander voordeel van deze bronnen is hun wetenschappelijke achtergrond. Zo geven de artikelen niet alleen informatie over de inhoud en betekenis van de bron, maar wordt ook duidelijk hoe deze in een wetenschappelijke context gebruikt is. Docenten kunnen deze informatie mogelijk goed gebruiken als zij leerlingen inzicht willen geven in het constructivistische karakter van de geschiedenis.

Aanbevelingen

Op basis van deze bevindingen zijn twee aanbevelingen gedaan. De eerste aanbeveling is het opzetten van een bronnenbank. De BMGN-LCHR kan aan de auteurs van artikelen en fora vragen of zij hun gebruikte bronnen zouden willen meesturen. De informatie en kennis die de auteur heeft over de bronnen, stelt de BMGN-LCHR in staat een concrete en bondige toelichting bij de bron te plaatsen. Als de bronnenbank wordt geordend aan de hand van de eindexamenthema’s, zou ze een uitstekende plek zijn waar docenten op zoek kunnen gaan naar primaire bronnen voor in de les.

De tweede aanbeveling sluit goed aan bij het karakter van de BMGN-LCHR als vaktijdschrift. Auteurs die artikelen schrijven voor de BMGN-LCHR zitten midden in een wetenschappelijk debat, of reflecteren daarop. Daarom zijn zij bij uitstek geschikt om een kort recent historiografisch overzicht te leveren, dat de docent vervolgens in zijn lessen kan gebruiken. Deze historiografische overzichten kunnen docenten dan weer inzetten om te laten zien dat geschiedenis een standplaatsgebonden constructie is op basis van bronnen.

Conclusie

Voor de BMGN-LCHR is zeker een rol weggelegd in de onderwijswereld. Het tijdschrift dient dan echter wel bij de eigen expertise te blijven: de respondenten zien het ontwerpen van educatief materiaal vooral als een taak voor docenten. Wel kan de BMGN-LCHR helpen bij het leveren van bronnen en historiografische overzichten. Door twee van dit soort overzichten te bieden, kan het tijdschrift voor docenten een eenvoudige, snelle toegangsweg zijn tot wetenschappelijke kennis. Met recente inzichten kunnen docenten hun leerlingen een alternatief geven voor de soms verouderde informatie/standpunten uit de lesmethode. Tegelijkertijd vormen de bronnen een mooie manier om de lessen van geschiedenisdocenten aan te vullen met nieuw en uitdagend materiaal, waarmee ze leerlingen aan kunnen leren historisch te redeneren.

Opmerkingen

© KNHG 2024 Website: Code Clear