Marieke Oprel, oud-voorzitter van Jong KNHG, heeft van het Clio Fonds een toekenning ontvangen om een publieksboek te schrijven over de ervaringen van tot vijandelijk onderdanen verklaarde Duitsers in Nederland in de naoorlogse jaren. Over datzelfde onderwerp schrijft zij momenteel een proefschrift aan de Vrije Universiteit Amsterdam en het Duitsland Instituut. Namens het KNHG willen wij Marieke van harte feliciteren!
Ongeacht politieke voorkeur of gedrag tijdens de oorlog werden in oktober 1944 alle Duitsers in het Nederlands Koninkrijk tot vijandelijk onderdaan verklaard. Grensboeren, mijnwerkers, havenarbeiders, dienstmeisjes, politieke vluchtelingen, Nederlandse vrouwen getrouwd met een Duitser, en zelfs Duitse Joden die in Nederland een veilig toevluchtsoord hadden gezocht, wachtten na de oorlog een onzeker lot. Hun vermogen werd in beheer genomen door het nieuw opgerichte Nederlands Beheersinstituut (NBI), sommigen werden gearresteerd, geïnterneerd of zelfs uitgezet. Velen betaalden een onterecht hoge prijs voor hun Duitse staatsburgerschap. Marieke Oprel verrichtte promotieonderzoek naar deze onderbelicht gebleven bladzijde uit de naoorlogse geschiedenis. Ze onderzocht honderden ‘ontvijandings’-aanvragen en sprak met tientallen familieleden van (voormalig) vijandelijke onderdanen.